Uit de polderklei getrokken
Mijn vader kwam altijd binnen door de achterdeur. Mijn vroegste herinnering. Ik lig op mijn buik op de groene prikkende tapijttegels. De achterdeur gaat open. Wanneer het gordijn opzij geschoven wordt verschijnt de baard van mijn vader. “Hallo luitjes”. Ik kijk naar hem op. De tapijttegels prikken aan mijn handen.
Waarom kwam mijn vader altijd achterom? We hadden helemaal geen achterom. Onze pianowoning had een eigen parkeerplaats voor de deur. Tussen onze schuur en die van de buren. Via de schuur of de voordeur had hij ook binnen kunnen komen. Bij het “hallo luitjes” had ik niet naar hem op kunnen kijken, hij zou me van achteren naderen.
We hadden helemaal geen achterom. Waarom nam mijn vader de moeite om langs het huis van de buren naar de achterkant te lopen om dan door de bosjes en een gat in onze heg het huis via de achterkant te betreden? Waarom niet gewoon de makkelijke weg via de schuur of voordeur? Deed hij het om mij een vroegste jeugdherinnering te geven?
Toen ik net vier was bleef de achterdeur dicht. Het gordijn werd niet meer opzij geschoven. Ik lag op mijn buik op de groene prikkende tapijttegels vol verlangen naar de achterdeur te kijken. Mijn vaders baard verscheen niet meer. Geen “hallo luitjes” meer. Mijn vader en moeder gingen uit elkaar. Onze vierpersoons gezin kwam ten einde.
September 10th, 2009 at 22:09
[…] Uit de polderklei getrokken. Een autobiografie van mijn leven. Deel 1, 2, 3 […]
December 5th, 2009 at 13:35
[…] Uit de polderklei getrokken. Een autobiografie van mijn leven. Deel 1, 2, 3, […]